zondag 6 november 2011

3.

Commentaar bij het artikel van Kirk Weir door Rob van Altena:

Kirk Weir, A Guide to the Parental Alienation Syndrome, 2009
oftewel: mijn pappie is enkel een afkorting

De schrijver van dit artikel erkent wel dat PAS bestaat maar vindt dat Gardner de oorzaak eenzijdig legt bij de ouder bij wie het kind woont en die het kind hersenspoelt (of anders gezegd de verstoting op gang brengt). Weir verwijst dan naar Kelly en Johnson die schrijven dat bij de verstoting allerlei factoren (mede)oorzaak zijn. Het lijkt wel of Weir zich vooral verzet tegen Gardners radicale oplossing om bij ernstige gevallen van PAS de dagelijkse zorg meteen om te draaien van de PAS-ouder naar de uitwonende (= meestal: weggestuurde) ouder. Deze laatste wordt door Weir overigens consequent aangeduid met een afkorting: NRP. De PAS-ouder moet niet hard worden aangepakt, deskundigen moeten het kind met geduld naar een hernieuwd contact geleiden.

Weir steunt zijn mening op onderzoek in Californië (Kelly & Johnson) en op eigen praktijkervaringen in het Noorden van Engeland. Maar Californië is voor echtscheidingen geen doorsnee Westers land. Al sinds 1984 geldt daar bij voorrang co-ouderschap. Er moeten daar dus veel minder op de spits gedreven echtscheidingsoorlogen zijn dan in West-Europa of aan de Amerikaanse Oostkust waar Gardner werkte.

Gardner gaf m.i. een goed totaalbeeld van de gebreken van heel het rechtssysteem: soms zwakke rechters, conformistische deskundigen, liegende en opruiende advocaten en falende rechtshandhaving.

Ik zie Weir wel als een van die conformistische deskundigen. Heeft geen kritiek op de gangbare rechtsgang. De rechter zal immers beslissen ’in het belang van het kind’. En in verreweg de meeste gevallen blijft volgens Weir contact tussen kind en NRP bestaan. PAS bestaat en er moet wat aan gedaan worden maar het is weinig omvangrijk.

Het idee co-ouderschap komt in Weirs artikel niet voor. Kortom: kind bij moe.

Rob van Altena